Het toetsingskader voor schade aan de natuur in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)

Op 10 januari 2024 heeft de Vlaamse Regering de regels vastgelegd hoe moet worden aangetoond dat een activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken. Daarmee geeft de Vlaamse Regering uitvoering aan artikel 26bis in fine van het Natuurdecreet.

Het VEN omvat de belangrijkste en meest gevoelige natuurgebieden van Vlaanderen. De overheid voert er een beleid dat gericht is op behoud, herstel en ontwikkeling van de natuur. Het ontbreken van een schadedrempel zorgde in de praktijk voor heel wat discussies. Er was nood aan duidelijke handvaten om het schadebegrip inhoudelijk in te vullen.

*****

Achtergrond van het besluit:

Artikel 26bis van het Natuurdecreet bepaalt dat een vergunningverlenende overheid geen toestemming of vergunning mag verlenen voor een activiteit die onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken. Het komt aan de aanvrager toe om aan te tonen dat de activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken.

Uit artikel 26bis in fine van het Natuurdecret volgt nog dat de Vlaamse Regering kan bepalen hoe moet aangetoond worden dat een activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken.

Recent keurde de Vlaamse Regering een toetsingskader goed waarin wordt bepaald op welke manier moet worden aangetoond dat een activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken.

De speerpunten van het goedgekeurde toetsingskader zijn de volgende (https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/document-view/659ED1E8BF5DDCF96EDA8E9F):

Beoordeling van de schade:

-       Als de kans bestaat dat een activiteit schade aan de actueel aanwezige natuur in het VEN kan veroorzaken, toont de aanvrager (of de persoon die de melding doet) aan dat de activiteit geen schade veroorzaakt aan de actueel aanwezige natuur in het VEN of dat de schade herstelbaar is.

-       Om de schade te beoordelen, kan de aanvrager rekening houden met al de volgende elementen:

  • maatregelen die functioneel verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit en waarmee wordt beoogd schadelijke gevolgen die rechtstreeks of onrechtstreeks uit de voorgenomen activiteit voortvloeien, te voorkomen of te verminderen;

  • de effecten, waaronder een vastgestelde neerwaartse trend, van uitgevoerde of in uitvoering zijnde maatregelen die zijn opgenomen in de volgende bestaande plannen of programma’s, als dat plan of programma dan wel de maatregelen die erin opgenomen zijn, een impact hebben op het VEN-gebied waarop de activiteit betrekking heeft, zoals: natuurrichtplannen (artikel 2, 39° Natuurdecreet), soortenbeschermingsprogramma’s (artikel 2, 68° Natuurdecreet), natuurbeheerplannen (hoofdstuk IV, afdeling 2 Natuurdecreet) en de programmatische aanpak (artikel 50ter § 4 Natuurdecreet).

 Herstelbaarheid van de schade

-       De aanvrager toont aan dat de schade herstelbaar is.

-       De schade aan een natuurlijke habitat of leefgebied ingevolge directe ingrepen is herstelbaar als de volgende voorwaarden zijn vervuld:

  1. Er is een herstel mogelijk op de plaats van de beschadiging met een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardige habitat of een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardig leefgebied als de  habitat die of het leefgebied dat er voor de beschadiging aanwezig was;

  2. binnen een zo kort mogelijke termijn vanaf de aanvang van de activiteit, respectievelijk de uitvoering van de fysieke ingreep zal een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardige natuurlijke habitat of een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardig leefgebied als de habitat die of het leefgebied dat er voor de beschadiging aanwezig was, tot stand komen.

-       De schade aan een natuurlijke habitat of leefgebied ingevolge indirecte ingrepen is herstelbaar als vermeld in het eerste lid, als ofwel wordt voldaan aan de hierboven vermelde voorwaarden, ofwel wordt aangetoond dat de effecten van het project een gebiedsspecifieke vastgestelde neerwaartse trend die het gevolg kan zijn van de maatregelen als vermeld in artikel 3, 2° niet hypothekeert

Het betrokken besluit werd op 14 februari 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, en is in werking getreden op 24 februari 2024.

Het bovenvermeld kader is van toepassing op vergunningsaanvragen of meldingen die zijn ingediend vanaf 24 februari 2024.

Vorige
Vorige

Wat met de m.e.r.-screeningsplichtige gemeentelijke projecten? Na de Raad van State nu ook het Hof van Justitie aan zet!  

Volgende
Volgende

Het Vlaams Stikstofdecreet – een overzichtelijke toelichting