Het belang van de verantwoordingsnota en de nota in de administratieve beroepsfase

Reeds in een vorige nieuwsbrief wezen wij op het belang van een kwalitatieve verantwoordingsnota bij de vergunningsaanvraag (zie https://www.land-advocaten.be/nieuws/de-verantwoordingsnota-als-fundament-van-het-aanvraagdossier-voor-uw-omgevingsvergunning). Ook wanneer een administratief beroep wordt ingediend tegen een omgevingsvergunning verleend in eerste administratieve aanleg, is het o.i. van cruciaal belang een nota in te dienen bij de bevoegde administratieve overheid in beroep. De reden hiervoor is tweeledig.

*****

Als bijlage B26 moet aan de vergunningsaanvraag het volgende worden toegevoegd: (1) een beschrijving van het voorwerp van de aanvraag, (2) een beschrijving van de ruimtelijke context van de geplande werken, meer bepaald: het feitelijke uitzicht en de toestand van de plaats waar de werken zijn gepland, de zoneringsgegevens van het goed, de overeenstemming en de verenigbaarheid van de aanvraag met de wettelijke en ruimtelijke context en de integratie van de geplande werken in de omgeving. Als de aanvraag betrekking heeft op een gebouw dat geheel of gedeeltelijk toegankelijk is voor het publiek, moeten de vergunningsplichtige voorzieningen om integrale toegankelijkheid te bereiken voor de personen met verminderde beweeglijkheid, in kaart worden gebracht. Deze informatie wordt gebundeld in de verantwoordingsnota en vormt het fundament van de vergunningsaanvraag.

Wanneer de in eerste administratieve aanleg bevoegde overheid overgaat tot vergunningverlening, kan zij haar beslissing desgewenst steunen op de juridisch correcte inhoud van de verantwoordingsnota.

Wanneer een administratief beroep wordt ingesteld tegen een verleende vergunning in eerste administratieve aanleg, is het o.i. van cruciaal belang een nota op te stellen en toe te voegen aan het dossier ter weerlegging van het ingediende beroepschrift (hoewel de administratieve beroepsprocedure geen tegensprekelijke procedure betreft). De reden hiervoor is tweeledig.

In de eerste plaats kan de vergunningsaanvrager de ontwikkelde beroepsgrieven op juridisch onderbouwde wijze weerleggen. Wanneer de bevoegde overheid in administratief beroep overgaat tot vergunningverlening, kan zij haar beslissing desgewenst steunen op de juridisch onderbouwde nota in graad van beroep (alsook op de verantwoordingsnota B26).

In de tweede plaats kunnen eventuele onregelmatigheden of onduidelijkheden in het dossier, die zijn ontdekt in het kader van het onderzoek van de ontwikkelde beroepsgrieven, worden rechtgezet. Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan de toepassing van de administratieve lus en de wijziging van de vergunningsaanvraag (artikelen 13 en 64 van het Omgevingsvergunningsdecreet).

Ook het tijdstip voor het indienen van deze nota is niet belangrijk. Hier geldt het motto “hoe vroeger, hoe beter”: in het beste geval kunnen de adviesverlenende instanties reeds rekening houden met de inhoud van de juridisch onderbouwde nota ter weerlegging van de beroepsgrieven. Ook worden eventuele onregelmatigheden of onduidelijkheid natuurlijk zo snel als mogelijk opgespoord en rechtgezet.

*****

Voor vragen omtrent dit topic, kan u in eerste instantie terecht bij Laura.

 

Vorige
Vorige

De attentieplicht: wat houdt dat precies in?

Volgende
Volgende

De opmaak van een project-MER: in welke mate zijn toekomstige projecten relevant?