Een project-m.e.r.-screening regulariseren in een vergunningsprocedure in graad van beroep? Dat kan niet (meer)

De Raad van State oordeelde als cassatierechter in het arrest met nr. 252.538 van 23 december 2021 dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen wel degelijk kon overgaan tot de weigering van de aangevraagde vergunning door middel van indeplaatsstelling. In het arrest RvVb/A/2021/0250 van 12 november 2020 had de Raad voor Vergunningsbetwistingen immers geoordeeld dat aan een onvolledige vergunningsaanvraag niet kon worden geremedieerd in de administratieve beroepsprocedure.

Het Vlaamse Gewest verleende als administratieve overheid in beroep een omgevingsvergunning voor “de exploitatie van de inrichting voor de fysicochemische behandeling van inerte afvalstromen en de aanleg van een parking”, d.i. een installatie voor de verwijdering van afval in de zin van rubriek 11, b) van bijlage III bij het MER-besluit.

Tegen deze vergunning stelden derde-betrokkenen een vernietigingsberoep in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. In een tweede middel voerden ze aan dat er ten onrechte geen project-m.e.r.-screening was toegevoegd aan de aanvraag. Dit middel werd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen gegrond verklaard.

De Raad besloot dat de vergunningverlenende overheid genoodzaakt was de onvolledigheid van de omgevingsvergunningsaanvraag vast te stellen, aangezien er sprake is van een onoverkomelijke legaliteitsbelemmering, meer bepaald de onvolledigheid van het aanvraagdossier, dit door het ontbreken van een project-m.e.r.-screening. De Raad ging vervolgens over tot indeplaatsstelling en weigerde de aangevraagde omgevingsvergunning.

Het Vlaamse Gewest besloot hierop om een cassatieberoep in te stellen bij de Raad van State. Volgens het Vlaamse Gewest kon het ontbreken van een project-m.e.r.-screening worden geregulariseerd aangezien de vergunningverlenende overheid in laatste aanleg de aanvraag opnieuw op haar ontvankelijkheid en volledigheid moet beoordelen.

De Raad van State stelde echter vast dat het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek van de vergunningsaanvraag in eerste aanleg gebeurt, terwijl het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek in laatste aanleg enkel betrekking heeft op het beroepschrift. Volgens de Raad vindt in laatste aanleg geen nieuw onderzoek plaats omtrent de volledigheid van de vergunningsaanvraag.

De Raad van State concludeerde dan ook dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen vermocht over te gaan tot de weigering van de aangevraagde vergunning gelet op de onoverkomelijk legaliteitsbelemmering

Het is dan ook van belang om alle nodige documenten van in den beginne toe te voegen aan het aanvraagdossier. Op basis van bovenstaande rechtspraak kan, eens het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek in eerste administratieve aanleg is afgerond, een dergelijk gebrek niet meer worden rechtgezet.

Voor vragen omtrent dit topic, kan u terecht bij jorisdepauw@land-advocaten.be, pieterjandirkx@land-advocaten.be, of laurathewis@land-advocaten.be.

Vorige
Vorige

Nieuwsflash - Eén dossiertaks per omgevingsberoep volstaat weer!

Volgende
Volgende

De verantwoordingsnota als fundament van het aanvraagdossier voor uw omgevingsvergunning!