Aanduiding van mijn perceel als watergevoelige openruimtegebied: wat nu?

De Vlaamse Regering duidde tot op heden voorlopig reeds 47 gebieden aan als watergevoelige openruimtegebieden. Zulke aanduiding heeft uitermate zware gevolgen voor de eigenaars van gronden die in watergevoelig openruimtegebied liggen. De aanduiding als watergevoelig openruimtegebied heeft immers als gevolg dat de voordien geldende bestemming (vb. woongebied, industriegebied, …) niet meer gerealiseerd kan worden.

Via de Codextrein van 8 december 2017 werd een juridisch kader voorzien voor het bewarend beleid dat wordt gevoerd in gebieden waarvan de bestemming (nog) niet volledig werd gerealiseerd en waar een tegenstrijdigheid kan bestaan tussen de geldende bestemmingsvoorschriften en de belangen van het watersysteem. Deze gebieden worden “signaalgebieden” genoemd.

Nieuw artikel 5.6.8 van de VCRO bepaalt dat de Vlaamse Regering gebieden waar een conflict bestaat tussen de verdere realisatie van de bestemming en de belangen van het watersysteem, kan aanduiden als watergevoelig openruimtegebied, kortweg “WORG”.

Binnen de aangeduide watergevoelige openruimtegebieden zijn waterbeheer, natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht en de waterbeheersfunctie van het gebied niet worden overschreden, zijn alleen handelingen die nodig of nuttig zijn voor de voormelde functies toegelaten. Het gaat in het bijzonder om:

  1.  het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op (1) de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, of op (2) het gebruik van het gebied voor landbouw of hobbylandbouw;

  2. het aanleggen, herstellen, heraanleggen of verplaatsen van openbare wegen en nutsleidingen;

  3. handelingen die nodig of nuttig zijn om overstromingen te beheersen of om wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden te voorkomen;

  4. handelingen voor natuurbehoud en landschapszorg.

In essentie heft de aanduiding als watergevoelig openruimtegebied de voordien geldende bestemming (vb. woongebied), zoals vastgelegd in het geldende plan van aanleg of RUP, op. Voor eventueel bestaande bebouwing die ligt binnen de aangeduide gebieden, gelden de regels van de VCRO met betrekking tot de zonevreemde basisrechten. Verder heeft de aanduiding van rechtswege het verval tot gevolg van de onbebouwde delen van een niet-vervallen verkaveling van gronden die binnen de perimeter van de aangeduide gebieden liggen.

Op heden zijn er reeds 47 gebieden voorlopig aangeduid als watergevoelig openruimtegebied. De voorlopige aanduiding gebeurde op 5 mei, 14 juli en 6 oktober 2023.

Omwille van de significante wijzigingen worden alle eigenaars van percelen binnen deze gebieden via een brief op de hoogte gebracht van het openbaar onderzoek over de voorlopige aanduiding, en later ook over de definitieve aanduiding. 

De meest pertinente vraag voor eigenaars is de volgende: “Hebben eigenaars van gronden die in watergevoelig openruimtegebied liggen recht op een vergoeding?”. Het antwoord luidt dat de eigenaars van deze gronden in aanmerking komen voor een planschadevergoeding.

Belangrijk:

  1. Het recht op planschadevergoeding ontstaat op de dag van de publicatie van het besluit van de Vlaamse Regering tot (definitieve) aanduiding van het watergevoelig openruimtegebied;

  2. Het vorderingsrecht vervalt twee jaar nadat het recht op vergoeding is ontstaan;

  3. De vergoedingsgerechtigde is diegene die op het ogenblik van de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering tot (definitieve) aanduiding van het watergevoelig openruimtegebied het eigendomsrecht of het bloot eigendomsrecht op het perceel kan laten gelden.

  4. De Vlaamse Regering zal de watergevoelige openruimtegebieden pas definitief goedkeuren nadat de nieuwe planschaderegeling in voege is opdat eigenaars van deze herziene berekening gebruik kunnen maken. 

Anders is het wanneer een vergunningsaanvraag geweigerd wordt op basis van een negatieve watertoets: in zulk geval – en dus zonder aanduiding als watergevoelig openruimtegebied – bestaat er geen recht op een vergoeding.

Tijdens het openbaar onderzoek dat wordt georganiseerd n.a.v. de voorlopige aanduiding als watergevoelig openruimtegebied, is het nuttig een bezwaar in te dienen teneinde het tij nog te doen keren. De definitieve aanduiding als openruimtegebied kan (net zoals een RUP) worden aangevochten bij de Raad van State.

Vorige
Vorige

Decreet wonen in eigen streek

Volgende
Volgende

Kan een reeds in de feiten doorgevoerde zonevreemde functiewijziging in de nabije toekomst worden geregulariseerd?