Een omgevingsberoep door het Departement Omgeving: iets om rekening mee te houden!

Het is inmiddels algemeen geweten dat het Departement Omgeving een assertief beleid voert inzake het instellen van administratieve omgevingsberoepen en vernietigingsberoepen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, dit tegen vergunningsbeslissingen van lokale besturen en Deputaties van de provincies. Meer dan één aanvrager werd inmiddels compleet verrast door een beroep van het Departement Omgeving tegen zijn of haar verkregen omgevingsvergunning.

*****

De reden lijkt ons eenvoudig: door een assertief beleid wenst het Departement Omgeving vorm te geven aan de ruimtelijke omslag en de soms te soepele invulling of interpretatie van de regelgeving een halt toe te roepen.

Deze strategie zal enerzijds zeker leiden tot een bewustwording bij lokale en provinciale vergunningverlenende overheden, en tot een reflex dat hun beslissingen moeten passen binnen het uitgetekende beleid, zo niet dreigt een beroep. Het moet voor deze vergunningverlenende overheden anderzijds ook aanvoelen dat hun beleidsmarge op die wijze wordt beperkt: in meerdere collegezittingen zal er reeds gevloekt zijn na de kennisname van een dergelijk omgevingsberoep.

Ook voor vele aanvragers is dit een “wake up call”. Een positief standpunt of advies, en zelfs een positieve vergunningsbeslissing van de lokale overheid, smelten als sneeuw voor de zon als er toch onverwacht een omgevingsberoep wordt ingesteld door het Departement Omgeving. In complexere dossiers is dat een bijkomend risico (geworden).

De methodiek is duidelijk: de duizenden beslissingen die jaarlijks worden opgeladen op het omgevingsloket, worden gescreend op bepaalde parameters. De dossiers die aan deze parameters voldoen, worden grondiger bekeken, om vervolgens de afweging te maken om al dan niet een beroep in te stellen. De parameters zijn o.i. onder meer: de toepassing van afwijkingsbepalingen, de interactie met watergevoelige gebieden, de afwijking van verleende adviezen, een exponentieel hoge  verhardingsgraad, … .

In 2021 zou er op die wijze in een 300-tal dossiers een beroep ingesteld zijn door het Departement Omgeving.

Onze conclusie is dat u als aanvrager maar beter kan anticiperen: eigenlijk moet u rekening houden met een potentiële screening van uw aanvraagdossier en eventueel beroep door het Departement Omgeving. Uw aanvraagdossier moet zo correct mogelijk zijn opgebouwd. Zoals we in een eerdere nieuwsbrief (https://www.land-advocaten.be/nieuws/de-verantwoordingsnota-als-fundament-van-het-aanvraagdossier-voor-uw-omgevingsvergunning) reeds schreven: de verantwoordingsnota in een aanvraagdossier is ons inziens daarbij van cruciaal belang.

 *****

Voor vragen omtrent dit topic, kan u terecht bij jorisdepauw@land-advocaten.be, laurathewis@land-advocaten.be of pieterjandirkx@land-advocaten.be.

Vorige
Vorige

De conceptnota “Omgevingsvergunningsdecreet”: toelichting van de voorgestelde aanpassingen

Volgende
Volgende

De zonevreemde functiewijziging: wordt de lat in de vergunningverlening (steeds) hoger gelegd?